Skip to main content

HOOPJE HOOP

Zondag 6 mei, kwart over 5. Slapen lukt me niet. Ik neem pen en papier om te schrijven. Valt mijn pen opnieuw stil?

Mama, je hebt me zo verrast. Ik had al eten voorbereid en zou gisteren, zaterdag al vroeg naar je toekomen.

Ik kwam, veel vroeger dan gepland maar zonder het eten voor de middag. Ik keek er zo naar uit. De tijd samen, jij en ik alleen aan tafel. Een paar woorden, korte zinnen of gewoon in stilte elkaars warmte voelen.

Maar de warmte was koud en kil. Tijdens de nacht ben je, stil en zachtjes heengegaan. Je verliet ons zoals je altijd was, zonder extra aandacht, zonder iemand lastig te vallen. Alleen maar met die tevreden glans op je gezicht vonden we je levensloze lichaam.

De manier, jouw manier om te zeggen dat je niet hield van veel woorden, grote evenementen en drukke samenkomsten.

We nemen nu afscheid, voor altijd. We doen dit in eenvoud en soberheid, net zoals jij koos wanneer  naar papa te gaan. De man die je zo erg miste omdat je zoveel van hem hield.

Voor ons heb je gevochten als een leeuwin voor haar welpen. Je kuikens hield je kort onder je moedervleugels. Loslaten was moeilijk voor je. Toch, je hebt je altijd met grote liefde vanuit je moederhart neergelegd bij onze keuzes. Jouw raad en advies was enkel bedoeld om ons inzicht te geven, voorzichtig te zijn, om ons te beschermen.

Je leven was zwaar, alleen als jonge weduwe met 5 kinderen. De vele zorgen en tegenslagen hebben je getekend. Je lichaam werd moe. Je zelfstandigheid verliezen, afhankelijk worden van anderen, van je kinderen was iets wat je niet wou. Moeilijk kon aanvaarden

Eind vorig jaar werd je erg ziek. Je vocht, streed en werd beter.

Het gaf nieuwe hoop na weken van bang afwachten. De lente, de eerste zonnestralen, de kleur van voorjaarsbloemen, de blauwe lucht, de groene blaadjes aan bomen en struiken bracht nieuwe energie.

In de blik van je ogen zag ik dat het heel moeilijk was, maar we gingen opnieuw buiten, korte wandelingen. Die extra inspanning was zwaar. Blij en tevreden was je wanneer we terug op de serviceflat waren. Kon herstellen door te rusten in je zetel of in bed. Elke dag opnieuw zei je me dat je ‘op’ was! Het was genoeg geweest.

Je laatste woorden waren excuses omdat je je schuldig voelde voor al die tijd, de vrije tijd van Marc en mij, die je de laatste maanden in beslag nam.

En ook al was de zorg voor en na onze job, de bezoekjes tijdens de middagpauze zwaar, we deden het met veel plezier en met veel respect. Ik dacht dat ik je hiervan genoeg overtuigd had.

Hoe vaak zei je me dat ik niet zo bezorgd over je moest zijn. Je kon heel goed alleen blijven. Je stuurde me naar huis. Daar hoorde ik te zijn, te zorgen. Slapen deed je in je eigen bed. ‘Oost, west, thuis best’, was je slogan.

Zo stuurde je me ook die vrijdag weer naar huis. Met een knuffel en een kus zei je dat het goed was. Met de woorden ‘weer bedankt, slaap wel straks en tot morgen kind’, wuifde je me vrijdagavond zoals altijd naar huis. De gordijnen deed ik nog dicht. De volgende morgen zou jij ze openen. Maar ze bleven dicht.

Mama, rust nu maar, geniet van papa. Je hebt het dubbel en dik verdiend.

Dit was de afscheidsbrief die ik schreef voor je uitvaart.

De wandelingen, je verzorgen, de knuffels, de kus bij het weerzien of bij het vertrek. Het is voorbij.

Elke morgen vraag ik me af of jij ook al wakker bent. Hoe het met je gaat, hoe ik vandaag voor je kan zorgen, wat ik voor je kan doen.

Eenmaal uit bed weet en besef ik dat je er niet meer bent. Ik voel me geamputeerd, mijn stem laat me na een paar woorden in de steek. Mijn dagelijkse bezigheden moeten herschikt worden. Werken gaan brengt een beetje structuur in de dagen. Zorgen ervoor dat ik niet voortdurend denk aan het gemis, het voelen van zoveel verdriet.

Na elke tegenslag, en het waren er veel, verzamelde je kracht en moed om door te gaan. Bloemen, zon, wind, de glimlach van een kind, een woord van dank, een noveenkaars aansteken, fietsen op zondag, even stilhouden bij een kapelletje om te bidden. Zoveel kleine dingen die je hielpen om positief in het leven te blijven staan en de nieuwe dag vol goede moed te beginnen. Het ouder worden maakte het moeilijker om het glas half vol te houden. Meer en meer moest ik taken van je overnemen. Je leerde me tevreden te zijn en te werken aan de toekomst. Het lukte me om je, na weer een moeilijke periode, te doen kijken naar al het mooie wat de dag ons schonk. Hoopvol uit te kijken naar morgen. Telkens weer slaagden we er samen in om verder te gaan.

Voor ik ga werken, sta ik al aan het graf waar jullie nu samen rusten. Ik ga alleen verder op de weg die we zoveel jaar samen hebben afgelegd om te zorgen voor Jos, je zorgenkind. Ik zal er op toezien dat hij verder gelukkig is in het leven. We gaan verder, volgen de weg die je voor ons hebt uitgestippeld. Zoekend naar nieuwe energie en kracht om positief verder te gaan, wat de dag ook brengt. Na regen komt er altijd weer zonneschijn.

De drukte van elke dag, het leven, alles draait verder, ook al voel ik sterk de behoefte aan stilte, aan rust. Na al die jaren zonder papa maar met mama was er altijd nog die ‘warme’ thuis.

Terwijl mijn tranen van verdriet rollen, denk ik aan de veel herinneringen. Zoveel mooie, warme herinneringen aan een dappere, lieve mama toveren een glimlach op mijn gezicht en drogen mijn tranen. Ze verzachten mijn pijn. De pijn van de leegte die ik nu voel.

De woorden van troost op de vele kaartjes, ja zelfs vergezeld van brieven vol bewondering over een sterke, moedige vrouw die onze mama was, geven me troost. Helpen me door die donkere dagen. Ik zal ze nog vaak lezen, herlezen. Ze zijn mijn hoopje hoop. Zoals jij al die jaren papa levend hield bij je kinderen door de veel verhalen over hem, hou ik u nu ook levend in mijn gedachten. Elke dag opnieuw. Mijn leven lang.

Dikke knuffels en een kus, ook aan papa.

Bedankt mama

Carine

Virginie Schoffelen

Author Virginie Schoffelen

More posts by Virginie Schoffelen

Join the discussion 2 Comments

Leave a Reply

Blog volgen

Blijf op de hoogte van de nieuwe blogposts!

%d bloggers liken dit: